Zangen van hoop

Titel
Zangen van hoop

Jaar
1919

Overig
Gedichten

Pagina's
106



VLOEK NIET DE ZON!

Vloek niet, o vloek niet de zon, m’n broer, die zoo zwaar draagt uw last, touwen en lijnen zijn om u getast, hoog glijdt de boot in de zon.

Rafel van kleed hangt naar neer van uw borst, uw oogen en slapen zijn wild omvloten, maar de haat, de haat uw oog ontschoten vloekt de zon, vloekt de zon op uw borst.

Bittere man die nu bukkend gaat,

Aarde en Hemel zingen een lied,

gij bukt en gij hijgt ende ziet het niet,

de zonhaat snijdt door uw gelaat.

De Hel die de aard is, is door u betreden; eener arme schoot was het die u droeg,

’n arme vrouwe die ’t eerst tot u loech, daarom buk en hijg en heb vrede.

Daarom buk en hijg tot uw adem glijdt mee met de adem des Hemels, het aadmen der zee: dan zal uw kind weer de trekker zijn en vloeken der zonne doorlaaienden schijn.

Zonne die heerlijk en licht maakt de Heemlen, zonne die ’t bloed door ons aren doet weemlen, zonne behoedster, beschermster, bewaakster, zonne al-lichtende levenmaakster, zonne die baart wat de wereld al ziet, — genadig zij hem ende belg u niet om den smaad om den smaad van zijn mond, gezegend heerlijke zon.

3


Zangen van Hoop

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.