Wat zang en melody

Titel
Wat zang en melody

Jaar
1910

Pagina's
77



KLACHT.

Gij zoete lief wier stemme mij omzingt en wier beglansde oogen als zonnen om mij schijnen wier zuiver zoet gebaren met wuiven mij omdeinen en wier verheerlijkt woord juichend mijn hart bespringt,)

O gij mijn zoete lief, vrouwe van louter goud die als late najaarsluchten zijt zoo stormvol en bewogen;)

die als een nachtbosch zijt van maanlicht overtogen zoo zalig en zoo stil, die dartel ende stout

gelijk een vink kon wezen klinkend van meiezang springend om ’t nieuwe licht, — die God en aarde droeg gespiegeld in ’t gezicht; naar uw bloeiend rooden mond ach zoo mijn arm

verlang’)

het schreit, het bidt u weer te komen,

bij mij, arm ende stil, zoo arm, van èl benomen.


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.