DOODSNACHT.
O angstig angstig fluiten de vogels
door den nacht, lief, door den nacht.
Alles is verholen
in diep-zwarte waden, heel donker, heel zwart, heel zwart.
Ik zit er zoo eenzaam stil in mij te schreien alleen zoo, mijn lief, zoo alleen.
bij het walmende licht in het kamertje nauw, en ween .... en ween.